Weaning en decanulatie

Ontwenning van de beademing en van de tracheacanule

[Translate to Nederlands:] Arzt im Gespräch mit Patient

Wat betekent weaning?

Weaning is het Engelse woord voor 'ontwenning'. In de geneeskunde wordt daarmee het proces aangeduid waarmee invasief beademde patiënten van de machinale beademing (beademingsapparaat) worden bevrijd. Bij getracheotomeerde patiënten is een volgende stap de zogenaamde 'decanulatie', het verwijderen van de tracheacanule en het sluiten van de tracheostoma.

Na een beroerte, een ongeval of een ernstige ziekte is het soms medisch noodzakelijk om de getroffene kunstmatig te beademen. In die periode wordt de natuurlijke ademhaling , de 'spontane ademhaling', onderbroken. Een tracheacanule is nodig als de machinale beademing erg lang duurt of als er bijvoorbeeld speeksel in de luchtpijp loopt. Algemeen geldt: Hoe langer iemand kunstmatig is beademd, des te langer en moeizamer kan het ontwennen verlopen.1

Of ontwennen van de beademing en/of de tracheacanule mogelijk is, is afhankelijk van de aandoening van dat moment, de bijkomende aandoeningen en van de algehele toestand van de patiënt. Daarom is altijd een interdisciplinair team noodzakelijk om de optimale therapiemogelijkheden te achterhalen en in praktijk te brengen. Niet bij alle patiënten zijn een volledige ontwenning en decanulatie mogelijk, bij sommigen lukt het helaas ook na meerdere pogingen niet.2

 

[Translate to Nederlands:] Interdisziplinäres medizinisches Team


Hoe verloopt het ontwenningsproces in principe? Allereerst is belangrijk om te vermelden: het ontwennen gebeurt ALTIJD onder deskundige begeleiding in een interdisciplinair team van artsen, verpleegkundigen, logopedisten, fysio- en ademtherapeuten. Dat kan bijvoorbeeld in een ziekenhuis in een zogenaamd weaningcentrum.

Ontwenning van het beademingsapparaat

Invasief beademde mensen worden zo ver gestimuleerd dat ze korte periodes zonder beademingsapparaat kunnen ademen. Door intensieve training worden deze ''fasen van spontane ademhaling' stapsgewijs verlengd, zodat de patiënten na verloop van tijd in het beste geval zelfstandig, zonder beademingsapparaat, kunnen ademen.3 Mocht dit doel niet haalbaar zijn, kan worden overgeschakeld op intermitterende beademing, of kan de beademing eventueel via een mond-/neusmasker plaatsvinden.

Ontwenning van de tracheacanule

Bij patiënten met een tracheacanule wordt eerst de cuff leeggelaten en een spreekventiel geplaatst. Daardoor kunnen de patiënten de lucht weer via de bovenste luchtwegen (mond en neus) uitademen. Onder intensieve logopedische therapie worden het slikken en de voedselopname getest en indien nodig wordt hiermee geoefend, maar ook hoesten en het schapen van de keel worden gericht bevorderd. Als dit goed wordt verdragen, worden vervolgens de deblokkeringsperiodes met spreekventiel stapsgewijs verlengd.4

In het verdere verloop kan de canule tijdelijk met een kapje worden afgesloten, om zo weer de fysiologische ademhaling (in- en uitademen via mond en neus) mogelijk te maken. Ook deze periodes worden stukje bij beetje verlengd.

Afhankelijk van de onderliggende ziekte kan dan een overschakeling op een gedeblokkeerde canule plaatsvinden of een zogenaamde stomabutton ingezet worden. Voor een deel kan deze stap echter ook overgeslagen en de tracheacanule direct verwijderd worden. Zodra de tracheacanule is verwijderd, wordt de tracheostoma met behulp van een decanulatiepleister gesloten. Afhankelijk van hoe de stoma is aangelegd gaat deze na verloop van tijd vanzelf dicht of moet door middel van een kleine chirurgische ingreep gesloten worden.

Er moeten dan later regelmatig nacontroles plaatsvinden om eventuele late complicaties tijdig te ontdekken.

Blogbijdrage over het onderwerp


Naar de blog

 


Bronvermelding:

1. Weaning: Hilfe bei Entwöhnung vom Beatmungsgerät. Dtsch Arztebl 2016; 113(24): [23]
2. quelle: gesundheitswelt.allianz.de/krankheit-praevention/pflege/interview-weaning.html, abgerufen am 26.04.2023
3. P.A.N. AMBULANT Infoheft „Künstliche Beatmung. Was Nun?“ S. 4, „Wie man das Atmen und Schlucken trainieren kann“.
4. Heidler M., „Schritt für Schritt zur Dekanülierung durch Sprechventilaufsatz“, 2007